Tekst - "Avontuurlijke reizen door alle werelddeelen" Johan Hendrik van Balen

sluit en begin met typen
De voorspoedige reis en het schoone weder hadden onmiskenbaar een
gunstigen invloed op de passagiers uitgeoefend. Allen bevonden zich op
het dek der stoomboot, de meesten in druk gesprek, enkelen turend naar
Europa's of Afrika's kusten. Allengs echter verdween Gibraltars trotsche
rots en kwam Afrika's kust helderder te voorschijn.

Twee jonge mannen, die zich in hun geheele voorkomen terstond deden
kennen als ware zonen van het noorden en die met hunne blonde haren en
bleke gelaatskleur in 't oog vallend afsteken bij de overige passagiers,
meest van zuidelijker afkomst, stonden achteloos tegen de verschansing
geleund en keken naar de opdagende kust, waar alles zich hoe langer hoe
duidelijker vertoonde.

Beiden waren, naar het scheen, van denzelfden leeftijd en verschilden
ook in kleeding weinig van elkander. Toch kon men den een wel aanzien,
dat hij van een hooger stand was dan de ander. Hij had eene slanke
gestalte en was zeer schraal dan gezet te noemen; hij droeg een kort
afgesneden maar vollen bruine baard en knevel en had een open, mannelijk
gelaat. De schrandere blauwe ogen zagen van onder zijne wenkbrauwen
onderzoekend om zich heen; overigens droeg zijn gelaat den stempel van
vastberadenheid en wilskracht.

Zijn metgezel, ongeveer een hoofd kleiner dan hij, zag er forsch uit.
Zonder gezet te zijn was hij niet half zo mager als zijn makker.
De breede schouders, de korte nek en de gespierde armen deden groote
lichaamskracht vermoeden. Hij was zeer blond van haar en baard, welken
laatste hij droeg a la Napoleon. In tegenstelling met zijn metgezel zag
hij er niet zo kalm en bedaard uit, en zulks deed zich ook vermoeden
uit zijne driftige gebaren bij het gesprek. In zijn toon van spreken
tegen den rijzigen jonkman was eene beleefde vrijmoedigheid op te
merken, hoewel er duidelijk uit bleek, dat hij de mindere in
maatschappelijke positie was.